Noorwegen - Ongerept Helgeland

Bij aankomst in Bodø haal je de huurwagen op. De luchthaven ligt vlakbij de stad (+/- 5 km).

Bodø is een snel groeiende stad, net boven de noordpoolcirkel. Omringd door de spitse bergpieken van de Lofoten, de Noorse zee en het uitgestrekte Sjunkhatten Nationaal Park is het een mini-hub in groot natuurgeweld. De laatste jaren is de stad sterk ontwikkeld, wat zorgt voor een mix tussen oud en nieuw. Je vindt er de typisch Noorse vissersschepen die aangemeerd liggen vlak naast moderne stadsgebouwen.

De eerste etappes van de reis gaan door het uitgestrekte binnenland van Helgeland. Bergpieken, hoogvlaktes en bossen bepalen hier het landschap. De route start met een rit over de bergpas Saltfjellet. Dit is het hoogste punt van je route én ook de plaats waar je voor de eerste keer de noordpoolcirkel oversteekt!

Je doorkruist hier het nationaal park Saltfjellet-Svartisen. Naast de indrukwekkende natuur heeft deze regio ook een levendige geschiedenis. Naast Finnmark, in het verre noorden van Noorwegen, is deze regio belangrijk voor Sami erfgoed. Archeologen hebben er sporen gevonden van Sami-nederzettingen die dateren tot in de middeleeuwen. Er wonen vandaag ook nog steeds Sami in deze regio.

Eindhalte van de rit is het gezellige stadje Mosjøen, omringd door de brede Vefsna-rivier en bergwanden aan beide kanten.

Tip: Helgeland heeft zich de laatste jaren ook erg ontwikkeld als culinaire bestemming. Door het wisselende landschap is er een grote variëteit in producten. In het kleinschalige boetiekhotel Til Elise Fra Marius kan je Helgeland letterlijk proeven. Schuif aan voor een reis doorheen de regio, in de vorm van een smaakmenu met allerlei kleine gerechten. Alle ingrediënten komen van lokale leveranciers. Zo kan je proeven van het beste dat Helgeland te bieden heeft!

De historische Sjøgata is dé aanrader voor een vrije dag in Mosjøen. Dit charmante straatje neemt je mee naar de tijd van de ‘goudkoorts’ in 1866, toen het stadje overspoeld werd door avonturiers en gelukzoekers. Het was ook een bruisend handelscentrum waar Britse houtbaronnen, Sami, Zweden en Noren samenkwamen om hout te verhandelen. Die welvarende periode is nog steeds voelbaar in de sfeervolle houten huizen, waar je nu gezellige cafés, unieke boetiekjes en een museum vindt.

Maar Mosjøen biedt meer dan alleen cultuur. Aan de overkant van de rivier Vefsna wacht het avontuur. Hier kun je de Via Ferrata trotseren, een adembenemende zipline uitproberen of de beroemde Helgelandstrappen beklimmen. Deze stenen trappen, gebouwd door Sherpa’s uit Nepal, leiden je naar een spectaculair uitzicht over het stadje en de omliggende natuur.

Je laat het uitgestrekte binnenland achter je en zet koers richting de spectaculaire ‘Helgelandskysten’. Deze ruige en uitgestrekte kust is de thuis van duizenden eilanden, spectaculaire bergformaties en gezellige dorpjes.

Van Mosjøen doorkruis je Noorwegen, naar Brønnøysund. We raden aan niet meteen in het stadje te stoppen maar nog even door te rijden tot aan Torghatten. Dit is misschien wel de bijzonderste berg van de regio. Er zit namelijk een gat middenin de berg, waar je door kan wandelen. Unieke foto’s gegarandeerd!

De dag eindigt in Brønnøysund, een stadje dat zowel het begin van de regio Helgeland als het deel van de panoramische Kystriksveien in Helgeland markeert. Duizenden jaren lang voeren schepen langs deze kustlijn en was dit een echte ‘snelweg’ op het water. De komende dagen wordt deze kustweg dan ook je leidraad. Onderweg zal je ook heel wat lokale overtochten nemen, met en zonder wagen.

Wat de Kystriksveien uniek maakt is niet alleen het landschap, maar ook de vele lokale overtochten die deel zijn van het traject. Op nog geen 15 minuten rijden van Brønnøysund wordt de weg al onderbroken door een fjord. Hier kan je de lokale overtocht nemen naar de overkant van weg 17, maar dat is voor binnen twee dagen. In de plaats daarvan ga je naar je eerste eiland: Vega.

Met de wagen rij je op de lokale ferry. Na ongeveer 50 minuten varen rij je Vega op.
Deze archipel bestaat uit wel 6.500 eilanden, die allemaal op de UNESCO-werelderfgoedlijst staan. Je verblijft op het grootste eiland, dat ook Vega heet.

Wat Vega zo uniek maakt zijn de oude eidereendtradities. Eidereenden werden vroeger gehouden omdat hun veren erg isolerend waren en dus goed van pas kwamen tijdens de barre winters in Noorwegen. Verspreid over de eilanden zie je kleine houten huisjes in de vorm van een driehoek opduiken, waar de eidereenden kunnen schuilen. Dekbedden en kussen met eidereendendons zijn misschien wel de beste ter wereld, maar door de intensieve handenarbeid hangt er ook een stevig prijskaartje aan. Het Vega werelderfgoedcentrum is dé plek bij uitstek om bij te leren over deze oude ambacht.

Aangezien het eiland zelf niet heel groot is, is het perfect om te verkennen met de fiets. Huur een fiets en trek erop uit. Heb je het graag wat actiever? Dan kan je de beroemde Vega-trappen beklimmen. Na 2.000 traptreden heb je een ongelooflijk uitzicht over de archipel en het eiland. Echte durfals kunnen zich ook wagen aan de Ravnfloget via ferrata.

Je rijdt terug naar de lokale overzet op en vaart terug naar het vasteland. Al snel zie je in de verte de indrukwekkende bergketen Syv Søstre of Zeven Zusters opdoemen. Voor je bij de bergketen komt, raden we aan nog even te stoppen bij het Peter Dass museum. Peter Dass was een plaatselijke lutheraanse priester én geliefde dichter. Naast het museum ligt de prachtige, middeleeuwse Alstahaug-kerk, waar Dass aan het einde van de 17e eeuw dominee was. Een brok lokale geschiedenis!

Als je zin hebt om de benen te strekken kan je in de namiddag één van de toppen van de Zeven Zusters beklimmen. Er zijn heel wat mogelijkheden, van makkelijke tot gevorderde tochten. Je verblijft vlakbij in het stadje Sandnessjøen, dat de hub is om alle eilanden in de omgeving te bereiken.

Een waar eilandparadijs: dat is de archipel buiten Sandnessjøen. Er zijn talloze eilanden, maar enkele uitblinkers zijn Herøy of Dønna.

Dønna is gekend voor de iconische bergtop Dønnamannen. Deze domineert de horizon vanaf de kust. En goed nieuws voor de wandelaars die van pittige tocht houden: je kan deze beklimmen. Het uitzicht is meer dan de moeite waard: je staat hoog boven de ontelbare eilanden, maar kan in de verte ook het massief van de Zeven Zusters zien.

Vanaf Dønna kan je zelfs met de fiets naar het eiland Herøy. Als er één locatie in Helgeland om te kajakken, dan is het wel op Herøy. Omdat het water rondom het eiland ondiep is, kan je tot aan de bodem kijken. De witte ondergrond zorgt voor een azuurblauwe kleur van het water. Dan nog een stralende zon erbij en je bent écht in het paradijs.

Het verblijf op het volgende eiland is aangebroken. Je laat Sandnessjøen achter je en volgt de Kystriksveien tot aan Stokkvågen. Hier laat je de auto achter aan de kade en stap je op de lokale overtocht naar Lovund. Dit kleine eiland ligt ver in zee. Tijdens de overtocht zie je het eiland langzaam opdoemen aan de horizon en na een uurtje varen zet je voet aan wal.

Waarom is Lovund zo uniek? De grootste kolonie papegaaiduikers van Helgeland strijkt hier neer tijdens de zomermaanden. Elk jaar verwelkomt het eiland tussen de 200.000 en 300.000 vogels. Een heleboel als je weet dat er maar 500 mensen het hele jaar door op het eiland wonen.

Uniek aan Lovund is dat er elk jaar klokvast rond 14 april een grote groep Atlantische papegaaienduikers aankomt. Dit wordt steeds feestelijk gevierd met de ‘lundekommardagen’ of ‘papegaaiduikersdag’. Vanaf het hotel zijn er enkele wandelroutes op het eiland, waaronder naar een spotterspunt.

Kan je niet genoeg krijgen van de eilanden? Dan kan je ook een uitstap maken naar een nog verder gelegen eiland, zoals Myken of Træna. Op Myken wonen er maar 11 mensen én toch vind je er de meest afgelegen whiskystokerij ter wereld. Op Træna vind je het oudste vissersdorpje van Noorwegen.

‘s Morgens neem je de lokale overtocht terug naar het vasteland. De eindhalte van vandaag is het eiland Støtt, maar er staat eerst nog een spectaculaire rit langs de Kystriksveien op je te wachten. Eerst steek je terug de noordpoolcirkel over, op de overtocht naar Jektvika. Je passeert daarna langs de Svartisen-gletsjer, de op één na grootste gletsjer van het Noorse vasteland. Met meer dan 60 gletsjertongen en 370 km² is het een indrukwekkende ijsmassa.

In Glomfjord laat je de auto terug achter aan de kade en stap je de lokale overzet op. Deze brengt je naar het laatste eiland van de reis: Støtt.

Het eiland Støtt was vroeger een belangrijke handelspost, één van de laatste stops die de vissers maakten voor ze de oversteek naar de Lofoten waagden. Het hoofdgebouw ‘gammelbutikken’ is momenteel een restaurant, maar het ademt nog de sfeer van 1878. Oude posters, handelswaar en registers zijn behouden gebleven.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Støtt ook bezet door de Duitsers. Ze bouwden een heel netwerk van bunkers, met een kustbatterij. Vanaf de batterij kan je op een heldere dag zelfs al de Lofoten zien.

Verken dit kleine eiland vol verrassingen te voet of met de fiets, of ga met de kajak erop uit in de beschermde baaien. Het eiland is zo goed als autovrij. Puur genieten van de rust en stilte die deze eilanden te bieden hebben.

Na het ontbijt is het tijd om de eilanden van Helgeland vaarwel te zeggen. Dit laatste stuk langs de Kystriksveien is het meest spectaculaire. Het landschap wordt steeds ruiger en bergachtiger, maar je hebt ook al zicht op de archipel van de Lofoten.Onderweg passeer je ook langs de Ureddplassen, met misschien wel het ‘mooiste’ toilet van Noorwegen.

Net voor je bij Bodø aankomt, passeer je nog langs de Saltstraumen. Dit is de sterkste getijdenstroom ter wereld en dus een uniek natuurfenomeen.

De reis sluit je terug waar je begonnen bent, in Bodø.

De laatste dag in Noord-Noorwegen is aangebroken. Na een korte rit naar de luchthaven lever je de huurwagen in.