Nationale parken in Zuid-Afrika vs privé-wildparken: dit zijn de verschillen

Zuid-Afrika heeft vele hoogtepunten. Één van de bekendste zijn ongetwijfeld de prachtige safari’s. In verschillende wildparken spot je de Big 5 én heel wat schattige of indrukwekkende andere dieren.

Maar het ene park is het andere niet. Naast de vegetatie en de dieren die je kan zien, is het ook belangrijk om te weten of je safari plaatsvindt in een Nationaal Park of een privé-wildpark.

Waarom? Dat legt onze Zuid-Afrika-specialist Sophie je graag in detail uit!

Lees je liever een persoonlijke ervaring? Dit is hoe Joker-collega Ellen haar safari's in Zuid-Afrika beleefde!

Zuid-Afrika telt maar liefst 21 nationale parken. Deze worden beheerd door de overheid. Het meest bekende nationaal park in Zuid-Afrika is ongetwijfeld Kruger National Park.

In de nationale parken mag je zelf vrij rondrijden met je eigen voertuig. Bij de toegangspoort word je geregistreerd en betaal je inkomgeld. Je kan hier ook een gedetailleerde kaart van het park kopen. Daarop vind je alle wegen – gravel of asfalt –, drinkplaatsen, uitkijkpunten, restcamps en picknicksites. Zo kan je zelf je route uitstippelen en je tijd indelen. Rij je graag zo veel mogelijk rond om dieren op verschillende plaatsen te zien, dan kan dat. Wil je stil in je auto bij een drinkplaats blijven staan en observeren wie er allemaal langskomt: even goed!

Daartegenover staat dat er heel strikte regels gelden in de nationale parken van Zuid-Afrika. Zo zijn er vaste openingsuren en snelheidsbeperkingen, en mag je niet zomaar eender waar uitstappen.

Een privéwildpark is in privéhanden of wordt geleased voor een aantal jaren. Er zijn enkel zandwegen en er is geen bewegwijzering. Daarom mag je er niet zelf rondrijden.

Een ranger van het park neemt je op verschillende momenten van de dag mee in een 4x4 voor een begeleide safari. Soms is er vooraan op de wagen ook nog een spoorzoeker aanwezig. De rangers hebben veel ervaring en kennen het park als hun broekzak, waardoor ze heel veel dieren kunnen spotten. Ze vertellen je onderweg ook vele leuke weetjes over het park, de dieren en de planten.

De nationale parken kan je voor één dag bezoeken, maar je kan er ook blijven overnachten.

De ‘restcamps’ zijn omheind voor de veiligheid. Je moet dus rekening houden met de openings- en sluitingsuren. Je vindt er huisjse (rondavels) en kampeerplekken. In de basic restcamps kan je enkel overnachten en moet je zelf voor je eten zorgen. In de meer uitgebreide restcamps is er ook een receptie, restaurant, winkeltje en/of zwembad. Meestal zijn de accommodaties basic en wat verouderd, en is het serviceniveau wat minder.

Het grote voordeel van overnachten in een nationaal park in Zuid-Afrika is dat je als eerste toegang hebt tot het park, vóór de dagbezoekers. Vanuit sommige restcamps kan je ook safari’s doen, meestal in grote voertuigen met ongeveer 20 personen. De ochtendsafari en nightdrive kan je enkel beleven als je in het park overnacht.

In een privéwildpark is het vaak verplicht om te overnachten en is het verblijf op basis van vol pension.

Gewoonlijk kom je aan rond de middag voor een lunch. Daarna heb je even de tijd om te rusten, want dat doen de dieren na de middag ook! Daarna vertrek je op safari met een ranger, in een open 4x4 met max. 9 personen.

Gewoonlijk blijft één ranger tijdens de hele duur van je verblijf bij je. Die ranger schuift ook mee aan voor het avondmaal, wat zorgt voor spannende verhalen.

Vaak wordt er ’s avonds een braai (Zuid-Afrikaanse barbecue) georganiseerd voor alle gasten. Nadien brengt de ranger je naar je hut of lodge, want in een privéwildpark zijn er geen omheiningen. De volgende ochtend ga je eerst op ochtendsafari, waarna je nog kan genieten van een uitgebreid ontbijt.  

Tussen de verschillende privéwildparken en lodges in Zuid-Afrika is er veel verschil op gebied van luxe. Een verblijf in een privéwildpark is niet goedkoop, maar zelfs de minst luxueuze parken bieden nog steeds meer comfort dan de accommodatie in de nationale parken.

Veel privéwildparken doen ook aan conservation-projecten, zowel qua wildlife- en natuurbehoud als op vlak van ondersteuning voor de lokale gemeenschap.